Gilbert Chemistry

Als ik aan mijn jeugd en aan scheikunde dozen denk dan komen de namen van Philips, Schuco, Salter en Kosmos boven drijven. Als men tegenwoordig een fatsoenlijke scheikunde experimenteerdoos wil kopen dan is naar mijn mening de Kosmos C3000 de enige die echt interessant is. Een aantal daarvan heb ik in mijn bezit. Aan de andere kant van de oceaan is Gilbert de meest bekende naam op dit gebied. Wat ik bij experimenteerdozen altijd interessant vind om door te lezen is de bijgevoegde handleiding.  De handleiding van de Gilbert Chemistry is online beschikbaar gesteld, zowel in HTML als in pdf vorm.

Euglena

Op 7 juli 2018 was ik op een werkavond van de NGVM een watermonster uit een Delftse plas microscopisch aan het onderzoeken. Tijdens dat onderzoek kon ik ook onderstaande vertegenwoordiger van de Euglena familie observeren.

Euglena ’s zijn microrganismen die zowel plantaardig als dierlijk kunnen zijn. In de dierlijke vorm zwemt het rond en verzameld voedsel. In de plantaardige vorm is het passief en produceert zelf voedsel. Ze varieren in grootte en vorm alhoewle de meest voorkomende een sigaarachtige vorm hebben. De “buitenbekleding” van het lichaam, de Cuticle, kan van vorm veranderen. De kern (nucleus) is een zwarte vlek nabij het centrum van het lichaam. Op het vooreinde zit een lange haar, het Flagellum, die door het water zwiept en zo de Euglena voortbeweegt. De mond zit juist onder het Flagellum. Ze zijn groen van kleur omdat het lichaam chlorofyl bevat. Er is een oranjerode vlek nabij de voorkant van het lichaam die men de “oogvlek” noemt. Voeger dacht men dat deze oogvlek inderdaad een “oog functie” had omdat de oogvlek lichtgevoelig lijkt te zijn. Recentelijk onderzoek heef t laten zien dat de lichtgevoelige cellen rondom de oranjerode oogvlek liggen. Als het water opdroogt kunnen ze sporen vormen.

Opzwellen van silicagel droogparels na blootstelling aan water

Silicagel bolletjes worden vaak aan een verpakking, in een klein wit zakje, toegevoegd om de doos droog te houden. Men noemt ze ook wel droogparels hetgeen een directe vertaling is van het Duitse “Trockenperlen”. Silicagel wordt op het laboratorium en in de industrie als droogmiddel gebruikt waarbij men er soms een indicator aan toegevoegd om aan te geven of het materiaal nat of droog is. Een van de redenen dat het is zo geschikt is als droogmiddel is omdat het tot wel 35 gewichtsprocent aan water kan opnemen. Dit kan men illustreren met een eenvoudig experiment. Men legt een silicagelbolletje onder de digitale microscoop gelegd en meet de diameter (10 x vergroot). Vervolgens legt men m.b.v. een pipet een druppel water op de parel, waarna men kan observeren dat het bolletje door opzwellen groter wordt. De diameter neemt toe van 2.25 tot 2.69 mm een toename van 20%. Dat wijkt af van de hierbovengenoemde 35% maar het bolletje dat ik gebruikte was van tevoren niet gedroogd. Daarnaast hoeft de toename in diameter niet lineair te verlopen als functie van de gewichtstoename. Dat zou men op een andere manier kunnen onderzoeken door achtereenvolgens nauwkeurig gewogen minieme hoeveelheden water toe te voegen en te meten of de diameter inderdaad recht evenredig toeneemt.

Suikerkristallen in glycerine

Ik ben al wat langer bezig met het maken van oplossingen die het mogelijk maken om het kristallisatieproces te vertragen zodat men de kristalvorming wat beter onder de microscoop kan bestuderen. Dat kan ook invloed hebben op de vorm van de kristallen.

In onderstaande foto kan men het resultaat zien van suikerkristalvorming in een water/glycerine oplossing.

De foto is gemaakt door de smartphone camera op het oculair te plaatsen.

Strandzand

De term zand, zoals de geoloog die gebruikt, heeft uitsluitend betrekking op korreltjes waarvan de afmetingen uiteenlopen van 0.063 tot 2 mm. Grotere brokjes tussen 2 en 64 mm heten grind. Fijner materiaal wordt onderverdeeld in silt (0.05 tot 0.004 mm) en in klei (kleiner dan 0.004 mm).

Zeezand bestaat uit allerlei onregelmatige korreltjes waarvan de oudste door erosie het meest zijn afgerond. Verreweg het leeuwendeel van alle korrels bestaat uit kleurloos, half doorzichtig kwarts. Andere korrels zijn wit, geelachtig en rood tot bruin: veldspaat. Donkerzwarte korrels zijn magnetische ijzeroxide of titaniumijzer. Dat zo veel zanden kwartszanden zijn komt door langdurig en herhaald transport waarbij al het andere, zachtere materiaal is opgeslepen.

Vulkanische, meer recent ontstane zanden bevatten zeer weinig kwarts, maar wel veel korrels olivijn, pyroxeen, ilmeniet en andere materialen. Organische zanden bestaan meestal uit kalkfragmenten van koralen, schelpen en mosdiertjes en komen op koraaleilanden voor.

Het zand van de Hollandse duinen is geelachtig doordat elke korrel met een dun laag ijzeroxide is bedekt. De vorming hiervan is een gevolg van de activiteit van micro-organismen en bacteriën.

Langs sommige delen van de Noord-Hollandse kust en ook op de Waddeneilanden wordt het zand fijn en helderwit: zilverzand. Dit bestaat voor bijna 100 % uit kwarts (SiO2). Het zand op de foto komt van Julianadorp en bestaat bij volledig uit kwarts.

Valse Roos van Jericho

Op een werkavond van de NGVM hebben we in 2017 de Valse Roos van Jericho (Selaginella lepidophylla) bestudeerd. De Valse Roos van Jericho is een plant die in droge toestand tientallen jaren als een verdord bolletje opgerold kan blijven liggen, maar die zich als ze in contact komt met water binnen enkele uren ontvouwt tot een redelijk groene plant met vollere bladen. Het preparaat is gekleurd met de kleurmethode van Du Jardin die een mooi genuanceerd beeld van verhoute en niet-verhoute cellen geeft.

Een meer volledige beschrijving van het experiment kan men op mijn website vinden.