Handige hulpmiddelen bij het microscoperen zijn vaak voor een ander toepassing ontwikkeld. Dit zuigpompje is ontwikkeld voor het oppakken van IC’s maar is ook uitermate geschikt om dekglaasjes op te pakken en neer te leggen zonder er met je vette vingers aan te komen.
Categorie: Microscopie
Accupunctuurnaald voor Microscopie
Een van de meer onbekende hulpstukken in de microscopie is de kattensnorhaar. Een zeer fijne maar relatief sterk naaldvorming instrument dat men bv gebruikt om een dekglaasje dat op een ingesloten voorwerp licht op te tillen door de haar tussen dekglaasje en objectglaasje te duwen. Op deze manier wordt het object niet beschadigd. Nu zijn kattensnorharen ziet zo gemakkelijk te kopen maat gelukkig is er tegenwoordig een goed alternatief nl. accupunctuurnaalden. Voor ca. 3 € kan men 100 van deze steriel verpakte naalden bestellen bij AliExpress. Op deze manier heeft dit kwakzalvers instrument toch nog een nuttige toepassing.
Row Rathenow Kleinmikroskop B
Kleine, een beetje aparte, microscopen verzamelen is een beetje een hobby van me geworden. Recentelijk heb ik de Row Rathenow Kleinmicroscop B verkregen. Dit is een microscoop die in de voormalige DDR als schoolmicroscoop gebruikt werd. De microscoop, is compact (17 cm hoog), voelt degelijk aan maar is verrassend licht in gewicht. Het lichte gewicht komt door het gebruik van lichtgewicht materialen zoals plastic voor de meeste onderdelen en aluminium voor de optische buis. Het objectief bestaat uit 2 onderdelen, 2 lensdelen, die op elkaar geschroefd kunnen worden waardoor me zowel een vergroting van 125x (1) en 200x (1+2) kan bereiken. Het vergrotingsbereik verloopt continue vanaf 50x door de buis naar boven te trekken zodat deze lange wordt. Op de buis staan markeringen die de vergrotingsfactor aangeven.
De spiegel kan gepositioneerd worden door een klein heveltje dat aan de zijkant bevestigd is. Een ander hendeltje is om een eenvoudig gaten diafragma te bedienen. De tube kan in zijn geheel uit het lichaam gehaald worden.
In de foto van de microscoop heb ik een foto van een preparaat geplaatst dat ik gemaakt heb door mijn mobiele telefoon camera op het oculair te plaatsen. Het preparaat is een stengel van een paardenstaart.
Natroliet
Bij de practica waar we als lid van de Werkgroep Zand aan deelnemen, krijg je soms ook de kans om micro preparaten van je collega’s onder de polarisatiemicroscoop te bekijken. In dit geval had ik mijn Nedoptifa polarisatiemicroscoop bij me. Het micro preparaat dat ik bekeken heb bevatte Natroliet en was gevonden in Pechbrun in het Fichtegebergte in Duitsland.
Natroliet (Na2[Al2SiO3O10].H2O) is een zeoliet dat kristallen vormt die zich manifesteren als lange naaldvormige prisma’s in bundelvormige aggregaten. De kristallen vallen onder het orthorombische kristalstelsel. De kleur van de kristallen beslaat het kleurspectrum van wit naar grijs naar kleurloos. Andere kenmerken zijn een hardheid van 5-5.5 en een witte streepkleur.
Veel van deze kenmerken zijn inderdaad in onderstaande plaatje te herkennen.
Wol onder de microscoop
Wolharen onder de microscoop laten een zeer karakteristieke schubbenstructuur zien. Dat is goed waarneembaar op onderstaande (donkerveld) foto van een (ruwe) wol haar, ingesloten in Euparal. Bij onbewerkte wol loopt er een zwarte streep door her midden. Die is hier niet waarneembaar hetgeen aangeeft dat deze wol al bewerkt is.
Microscoop: Euromex ML 2000, Luckyzoom YW500 HD 5MP USB Cmos Camera Electronic Digital Eyepiece, Objectief 10x (Euromex S. Flat Field 10 0.25 – 160 0.17 DIN)
Pincet en dekglaasjes
Als microscopist maak je regelmatig preparaten en een van de handelingen die wat lastiger uit te voeren is het opleggen van een dekglaasje m.b.v. een pincet. Dekglaasjes zijn dun en glad en daarom lastig vast te pakken. De truc is om een pincet met een platte kop te gebruiken en daarover aan een kant een ventielslangetje te trekken. Op die manier heb je goed grip.
Canadapopulier pluisjes
In juli 2017 hingen er veel pluisjes in de lucht en ik vroeg me af wat dat voor pluisjes waren. Deze zijn afkomstig van de Canadapopulier. Deze hoogopgaande boom met rechte stam en open kruin, wordt in Nederland vaak langs de wegen geplant. De canadapopulier is tweehuizig hetgeen betekent dat er mannelijke en vrouwelijke bomen zijn. De boom bloeit in april en als de vrouwelijke katjes bestoven zijn met stuifmeel blijven ze na bevruchting tot mei/juni hangen. Dan springt de doosvrucht open en komt het zaadje vrij. Het zaadje is omgeven door wollig pluis waardoor het door de wind meegevoerd kan woeden.
Ik was nieuwsgierig naar dat pluis en heb een monster onder de microscoop bekeken. Onderstaande foto’s zijn met gewoon licht, polarisatie en donkerveld belichting genomen. De draadjes in de pluis laten geen bijzondere kenmerken zien.
Ingesloten in euparal.
Euromex ML 2000, Luckyzoom YW500 HD 5MP USB Cmos Camera Electronic Digital Eyepiece, Objectief 10x (Euromex S. Flat Field 10 0.25 – 160 0.17 DIN)
Licht
Polarisatie
Donkerveld
Schaalamoebe – Centropyxis aculeata
Op een NGVM microscopieavond heb ik in een monster fijn bezinksel uit de grindlaag van een aquarium een mooie schaalamoebe gevonden. Het gaat hier om de Centropyxis aculeata.
In tegenstelling tot de welbekende amorfe amoebes bezitten schaalamoebes een schaal waarin ze zich kunnen terugtrekken. Schaalamoeben vindt men vrijwel overal waar het nat of vochtig is. Schaalamoeben worden tot de Rhizopoden (wortelpotige) gerekend, een subdomein van de Protozoa.
De amoebe zelf is een beetje protoplasma dat in staat is uitstulpingen te vormen (schijnvoetjes, pseudopodia) waarvan de belangrijkste functie het tasten naar voedsel is, het vervolgens te omsluiten, waarna het voedsel verteerd wordt. In het plasma van elke amoebe vindt men minstens één kern, de nucleus, zichtbaar als een helder blaasje met daarin één of meer donkerder delen. Het plasmalichaam is omsloten door een schaal, de theca, waarin zich bij de meeste soorten één opening (schijnmond, pseudotoom) bevindt waardoor de pseudopodia naar buiten kunnen treden en waardoor het organisme contact heeft met het omringende milieu.
Literatuur:
- J. Siemensma; “Schaalamoeben”; Natura; Mei 1982; p. 95-105.
- Heinz Streble, Dieter Krauter; “Das Leben im Wassertropfen”; 12de druk; Kosmos; 2010; ISBN 9783440126349; p. 234, 235.
Grammofoonplaat
Soms zie je een foto of schets die ervoor zorgt dat je je onmiddellijk iets gaat afvragen. Recentelijk zag ik in een boek een afbeelding met daarop weergegeven geluidsspoor groeven op een oude vinyl grammofoonplaat en ik vroeg me af of ik die groeven ook op een van mijn eigen microscopen zou kunnen waarnemen. Hoogstwaarschijnlijk wel maar ik was me er niet helemaal zeker van. Ook in mijn jeugd heb ik nooit veel platen in mijn bezit gehad en ben pas een beetje muziek gaan verzamelen bij de opkomst van de CD’s. Veel herinneringen heb ik niet op dit gebied.
Om deze vraag op een betrouwbare manier te kunnen beantwoorden gaat men vervolgens op weg naar de kringloopwinkel en koopt daar voor een schijntje een oude vinyl 45 toeren grammofoonplaat, neemt deze mee naar huis en bekijkt de plaat onder de microscoop. Onder de stereomicroscoop kan men inderdaad de groeven goed waarnemen. Een foto maken is echter wat lastiger. Een USB microscoop met ingebouwde verlichting werkt dan veel beter zoals op onderstaande foto te zien is. De geluidssporen alsmede stofkorrels zijn duidelijk waarneembaar (vergroting 200 x). Ik heb nog eens goed met het blote oog gekeken maar dan zijn deze groeven niet waarneembaar.
Stuifmeel
Als er een object is dat een dankbaar onderwerp is voor microscopisten dan is het stuifmeel. Elke bloemsoort maakt zijn eigen unieke stuifmeelkorrel.
Het stuifmeel bevat de mannelijke geslachtorganen oftewel gameten van een bloem en zit opgeslagen in de helmknop van de meeldraad. Het overbrengen van stuifmeel van de helmknoppen van de ene bloem op de stempel van een bloem die tot dezelfde soort hoort heet bestuiving. In principe zijn er twee mechanismes voor bestuiving nl insectenbestuiving en windbestuiving hetgeen invloed heeft op de vorm van de stuifmeelkorrel. Stuifmeelkorrels die door insecten meegedragen worden bevatten vaak fijne uitsteeksels zodat het stuifmeel makkelijk aan het insect blijft vastkleven. Stuifmeel dat door de wind meegedragen wordt is glad en bevat luchtblaasjes zodat de korrel gemakkelijker door wind gedragen kan worden. Beide soorten zijn te zien op onderstaande foto.