Gili – Iedereen Paranormaal

Een van die boeken die al te lang op de stapel nog te lezen boeken lag is het boek van Gili getiteld “Iedereen paranormaal – het zesde zintuig ontmaskerd”. Deze vakantie ben ik er eindelijk aan toe gekomen om het te lezen. Als ik  probeer het boek  in een enkele zin te omschrijven dan zou ik zeggen dat het een mengsel is van autobiografie en doe-het-zelf voor mentalisten.  Een andere opmerking die ik over dit boek zou willen maken is dat het gemakkelijk en vlot leest.

Gili is de artiestennaam van Lieven Gheysen een goochelaar die een show heeft opgebouwd waarin hij optreedt onder het pseudoniem “Tony Chakra”. Tony Chakra demonstreert de ongekende mogelijkheden van de menselijke geest. Gedachtenlezen, telepathie, telekinese, de toekomst voorspellen, Tony laat zien dat hij al deze paranormale gaven beheerst. Alleen… Tony is er ook eerlijk over dat het geen paranormale gaven zijn en dat hij alleen maar gebruik maakt van goocheltrucs. Ook hij heeft mogen meemaken dat, ondanks dat hij deze onthulling doet, er na de show nog steeds mensen zijn die ervan overtuigd zijn dat hij paranormale gaven heeft. Sommige mensen willen nu eenmaal per se geloven.

Een deel van het boek behandelt de ervaringen die Gili heeft opgedaan tijdens zijn carrière en hoe hij zich ontwikkeld heeft. Het boek is verdeeld in drie delen die elk een deel van het mentalistenspectrum behandelen. Het eerste deel gaat over misleiding en geleiding van zintuigen. Je zou zeggen dat dat typisch voor goochelaars is. Gili laat zien dat het ook toepasbaar is op onderwerpen zoals Hypnose, Telepathie, Telekinese, Pendelen en Wichelroedelopen en Healing. Het tweede deel focust op ‘cold reading’ technieken waarbij ook aandacht besteedt wordt aan Tarotkaarten, astrologie en horoscopen en contact opnemen met geesten. Het derde een laatste deel gaat over geheugentrucs, hoe kun je leren moeilijke dingen te onthouden. Al met al komen nog meer onderwerpen aan bod maar men kan gerust stellen dat elke zogenaamd paranormale gave besproken en weerlegd wordt. Soms op zeer vermakelijke wijze.

Wat het boek extra leuk maakt is dat nagenoeg elk hoofdstuk een of meerdere pagina’s bevat met (duidelijke) instructies hoe je het zelf ook kunt doen. Vooral “cold reading” en de geheugentrucjes worden uitgebreid behandeld.

Ook bevat het boek twee interviews met de bekende Sceptici Willem Betz en Johan Braeckman. De moeite waard om even door te lezen.

Zit je midden in een mid-life-crisis en overweeg je om met een nieuwe carrière te beginnen dan kan dit boek een uitstekend startpunt zijn voor een carrière als Mentalist.  Wil je alleen maar scoren op een verjaardagsfeestje of in de kroeg dan kan dit boek je ook helpen. Het is dan wel zo handig de alcoholinname enigszins te beperken aangezien sommige trucs toch een bepaalde mate van vingervlugheid benodigen.

Dit boek is al eens eerder vermeld op “Kloptdatwel?”, die bijdrage was echter erg beknopt. Ik vond het de moeite waard dit boek iets uitgebreider te bespreken.

Wat mij betreft is dit boek een aanrader.

Titel: Iedereen paranormaal – het zesde zintuig ontmaskerd
Auteur:  Gili
Uitgever: Lannoo
Jaar: 2010
3de druk
ISBN13  9789020991246

‘Merchants of Doubt’ en DDT

Een van de activiteiten die we binnen de Skepsis werkgroep Amsterdam ontplooien is op een relaxte manier gezamenlijk een boek lezen en het vervolgens bespreken. Het boek dat we recentelijk gelezen en besproken hebben is: ‘Merchants of Doubt’. Laat ik vooropstellen dat het niet in mijn bedoeling om een volledige boekbespreking te geven. Het boek is al uitgebreid besproken o.a. in Trouw en in het NRC o.a. door Karel Knip (NRC, 3 november 2012).

Voor mijn gevoel is ‘Merchants of Doubts’ een uitstekend voorbeeld van onderzoeksjournalistiek. Het laat, zeer goed onderbouwd, zien hoe een klein groepje (voornamelijk) wetenschappers uit ideologische motieven er een carrière van gemaakt hebben om twijfel te zaaien over allerlei onderwerpen voornamelijk door het wetenschappelijk proces te verdraaien en te misbruiken. Het begint allemaal  met het twijfel zaaien over de schadelijke effecten van sigaretten en is momenteel o.a. gericht om twijfel te zaaien over de wetenschap achter de klimaat problematiek. De eindconclusie lijkt te zijn dat men uit ideologische motieven twijfel probeert te zaaien over het wetenschappelijk proces zelf.

De reden dat ik echter dit stukje schrijf is heeft te maken met een onderwerp dat in het boek behandeld wordt. DDT, Rachel Carson en haar boek “Silent Spring” waarvan men kan beweren dat de publicatie van dit boek het startschot was voor de moderne milieubeweging.

In het boek ‘Merchants of Doubt’ komt ter sprake dat er recentelijk een beweging was die Rachel Carson aanviel en het gebruik van DDT voor malariabestrijding bejubelde. Er is bijna niemand die tegenspreekt dat indertijd DDT, gedurende een relatief korte periode, min of meer een zegen voor de mensheid was. De claim die in deze context gebruikt werd om Rachel Carson in een kwaad daglicht te stellen was dat als DDT nog steeds gebruikt mocht worden in ontwikkelingslanden er wederom miljoenen mensen gered konden worden aangezien DDT indertijd zeer effectief was bij de het uitroeien van malaria in bepaalde gebieden. Als de regeringen van ontwikkelingslanden niet min of meer gechanteerd waren door milieu actiegroepen die weer gesteund werden door Westerse regeringen die weer gingen over ontwikkelingsgelden, om geen DDT meer te gebruiken voor het uitroeien van de malariamug waren er nu nog miljoenen mensen in leven. Daarnaast wordt beweerd dat moderne middelen niet zo effectief zijn als DDT was en nu nog steeds zou zijn.

Terwijl ik het boek aan het lezen was herinnerde ik me dat ik over dit onderwerp met deze argumentatie gelezen had en indertijd vond dat dit alles heel redelijk en aannemelijk klonk. Ik meen me ook te herinneren dat ik me indertijd afvroeg of resistentie niet een rol zou kunnen spelen hetgeen DDT tegenwoordig minder effectief zou maken. Ik heb dat echter niet opgevolgd met wat onderzoek. Als Kritisch Denker heb ik echter ondertussen teveel boeken over valse herinneringen gelezen om deze herinnering daarom ‘unverfroren’ voor waar aan te nemen. Helaas kan ik daarom alleen maar terugvallen op de herinnering dat ik dit deze redenering als aannemelijk heb beschouwd, hetgeen ik wel voor 100% zeker weet aangezien ik het ooit eens in een discussie naar voren heb gebracht.

Laat ik er kort over zijn, in het boek zelf wordt brandhout gemaakt van de door de echte ‘Merchants of Doubt’ (dus niet het boek) gebruikte argumentatie.

Er zijn twee belangrijke redenen voor mij om volledig met de argumentatie die in het boek ‘Merchants of Doubt’ gepresenteerd worden mee te gaan. De eerste was dat er op de man/vrouw gespeeld werd. De persoon Rachel Carson werd in eerste instantie aangevallen en pas in tweede instantie haar beweringen, een klassieke drogreden. In het boek wordt aannemelijk gemaakt dat dit in feite een aanval is op de betrouwbaarheid van de gegevens die via een wetenschappelijk proces verzameld zijn. Voor mij persoonlijk misschien nog belangrijker was eigenlijk dat ik recentelijk in een kringloopwinkel een oud Biologie boek uit 1975 tegenkwam, ver voor de introductie van Internet (Biologie 5v; H.H. Kreutzer & A.A.G. Oskamp; Wolters Noordhoff; 1975; ISBN: 9001505368; p. 235). Daaraan werd al vermeld DDT niet meer zo effectief was. Ik citeer: ‘Al spoedig bleek DDT echter niet onbeperkt toepasbaar. Binnen de te bestrijden insectensoorten komen mutanten voor die DDT-ase kunnen maken, een enzym dat DDT omzet in een niet giftige stof. Deze mutanten waren in het nieuwe milieu in het voordeel boven hun soortgenoten, zodat zij deze laatste na korte tijd geheel verdrongen (…). Bespuiting met DDT had nu geen succes meer.’ Dit is een van de argumenten, met nog meer onderbouwing, die ook in het boek ‘Merchants of Doubt’ naar voren gebracht worden en het gegeven dat ik deze informatie bevestigd heb gevonden in een pre-Internet tijdperk leerboek, laat mij er een grote weegfactor aan toekennen. (Als ’grumpy old man’ ben ik nu ook min of meer verplicht om te zeggen dat ze in die tijd betere en meer gedegen leerboeken maakten).

Het is trouwens interessant om te kunnen constateren dat men in het artikel over DDT op de Nederlandstalige Wikipedia kan lezen: “Het verbieden van DDT als middel bij de malariabestrijding heeft dan ook vele doden tot gevolg gehad.” Op de Engelstalige Wikipedia artikel over DDT kon ik deze zin echter niet vinden. De Engelstalige versie is ook uitgebreider en duidelijk iets kritischer m.b.t. het gebruik van DDT en ondersteunt veel van de argumenten die in het boek naar voren gebracht worden.

Al met al kan ik dit alleen maar als een goede les beschouwen voor iemand die kritisch probeert te denken. Om het maar met Lenin te zeggen: “Vertrauen ist Gut, Kontrolle ist Besser!”. Neem niets zo maar voor waar aan, controleer altijd!. En dit laatste geld vooral als ideologie een rol speelt.

Merchants of Doubt
Naomi Oreskes & Erik M. Conway
Bloomsbury Press
2010
ISBN: 9781608193943

Is homeopathie gevaarlijk?

Een van de argumenten die men weleens te horen krijgt als men zich kritisch uitlaat over homeopathie is dat homeopathie in iedere geval relatief ongevaarlijk is. Uiteindelijk krijgt de patiënt door het verdunningsprincipe dat men toepast alleen maar wat water, alcohol of een suikerpilletje toegediend. “Het werkt niet maar het helpt wel”, door het placebo-effect. Het is niet de eerste keer dat ik dit neerpen maar het mag nog wel eens gezegd worden. Homeopathie is een pseudowetenschap waar nagenoeg eenduidig van is aangetoond (in vele, vele studies) dat ze niet werkt en op geen enkele manier het placebo-effect kan ontstijgen. Het echte gevaar is echter het is het geloof dat homeopathie werkt. En dat argument gaat ook wel op zolang men maar over een eenvoudige verkoudheid of een griepje praat. Daar zijn geen echte werkzame reguliere medicijnen voor en men zal die moeten uitzieken.

Dat wordt echter anders als men bijvoorbeeld, voor men op vakantie gaat naar Afrika, bij de homeopathische arts langsgaat en die je dan een homeopathisch middel als bescherming tegen malaria geeft i.p.v. echte medicijnen. Dan geloof je misschien dat je bescherm ben maar dat is niet het geval. In zo’n geval is dat echt gevaarlijk voor je gezondheid. Nog gevaarlijker wordt het als organisaties zoals “Homeopaten zonder grenzen ” zogenaamde hulp gaan verlenen in crisisgebieden, zoals bv bij de Ebola epidemie.

Waar maar raar

Recentelijk zat ik het NWT magazine van December 2010) te lezen en naar aanleiding van een artikel dat ik daarin las heb ik er spijt van gekregen dat ik dit nummer niet gekocht heb. Het artikel waarnaar ik refereer is geschreven door Maarten Keulemans, Jet Salomons en Petra Tiemens en is getiteld “Waar maar raar” (nwtmagazine, december 2010, p. 23-31). In het artikel worden verschijnselen besproken die vroeger min of meer onder het  paranormale vielen maar waar voortschrijdend wetenschappelijk inzicht er soms toe geleid heeft dat we deze beter kunnen duiden. Ook vind ik dat ik dat dit artikel een goede ondersteuning is voor het “Scheermes van Occam”, het bevestigd wederom dat we geen bovennatuurlijke fenomenen hoeven aan te roepen ter verklaring van het waargenomene, het reële universum bevat nog genoeg verrassingen. Verschijnselen die in dit artikel besproken worden zijn Hypnose, Uittreding, Mystieke ervaringen, Verschijningen, Visioenen, Stemmen horen, Voodoo  en Accupunctuur. Het gaat me iets te ver om deze verschijnselen in detail te bespreken, men kan daarvoor beter zelf het artikel lezen. Ik wil me beperken tot de voornaamste conclusies.

Op basis van PET en MRI scans heeft men kunnen vaststellen dat hypnose  inderdaad een fysiologisch effect heet. Door een specifiek hersengebied te beïnvloeden wordt de aandacht min of meer afgeleid van de pijn die men voelt. Ook lijkt onderzoek te bevestigen dat men een duidelijk onderscheid kan maken tussen hypnose en het placebo effect.

Over het veel voorkomende uittreding gevoel  kan men kort zijn. Het is gelukt om dit in het lab op te roepen (Olaf Blanke, Nature 19 September 2002; Science, 24 augustus 2007; The New England Journal of Medicine, 1 November 2007; Journal of Neuroscience, 19 januari 2005). Het belangrijkste dat men in deze moet onthouden is dat mensen die dit gevoel ondergingen niet in staat waren om (bv)  te beschrijven welk voorwerp er boven op een kast lag. Het is mogelijk om het gevoel van het  zelf te ontregelen waardoor het brein met een krachtige illusie antwoord nl het gevoel van buiten het lichaam te treden. Het is en blijft dus echter een illusie.

Mensen die geregeld mystiek ervaringen ondergaan (priesters, mystici, etc) worden tegenwoordig ook uitgebreid onderzocht. Mystieke ervaringen kan men koppelen aan vier verschillende patronen van hersenactiviteit. Blijkbaar is er niet een enkele vorm van meditatie maar zijn er meerdere manieren. Waarschijnlijk hebben we hier met een evolutionair mechanisme te maken. Religie maakt het mogelijk om hechtere groepsverbanden te smeden hetgeen een evolutionair voordeel oplevert. Ook schijnt meditatie er toe bij te dragen dat het immuunsysteem versterkt wordt en de stress verminderd. Het is me echter niet helemaal duidelijk of het een niet automatisch het gevolg is van het ander (meditatie à rust nemen à minder stress à beter voor het immuun systeem). Ik vraag me dus af of voldoende rust nemen niet hetzelfde resultaat oplevert.

Verschijningen schijnt men te kunnen koppelen aan geluidsgolven met lage frequenties (19 Hz). Deze schijnen angstgevoelens te kunnen oproepen.

Het stukje over visioenen vond ik niet erg overtuigend. Mogelijk dat magneetvelden het brein “paranormale” ervaringen kunnen bezorgen, maar er is nog veel discussie gaande over dit onderwerp.

Mensen die stemmen horen die anderen niet kunnen horen ondergaan deze beleving waarschijnlijk door een stimulatie van de primaire auditieve cortex , hetgeen men met fMRI-scans heeft waargenomen (Iris Sommer, UMC Utrecht). De stemmen komen dus niet van buiten maar ontstaan in de hersenen. Op de fMRI scans is te zien dat zes seconden voordat de stemmen beginnen er een verandering in activiteit in de parahippocampus optreedt, waar herinneringen liggen opgeslagen. Mogelijk dat een hogere dopamine-afgifte in de hersenen er bij auditief hallucinerende mensen voor zorgt dat herinneringen minder goed worden onderdrukt.

Voodoo, of het geloof in de woorden van een autoriteit. Mensen kunnen klachten krijgen omdat ze geloven dat ze die zullen krijgen. We hebben allen wel eens van het placebo effect gehoord, waarbij de kracht van de suggestie genezend werkt. Bij het nocebo effect (http://en.wikipedia.org/wiki/Nocebo) vindt het omgekeerde plaats, de kracht van de suggestie wekt negatieve effecten op. Sommigen mensen lijken gevoeliger te zijn voor de bijwerkingen die in de bijsluiter van een geneesmiddel vermeldt staan zodra ze deze gelezen hebben.

Accupunctuur is in deze weer wat interessanter, de meeste claims die gemaakt worden over de effectiviteit van accupunctuur zijn niet van een placebo effect te onderscheiden. Edzard Ernst een van de onderzoekers die in een aantal studies heeft aangetoond dat het niet werkt voor pijnonderdrukking. Bij een kwaal lijkt accupunctuur echter wel effect te sorteren nl misselijkheid die ontstaat na een operatie, door chemotherapie, bij zwangerschap of door wagenziekte. Deze misselijkheid lijkt te voorkomen te zijn door een naald in accupunctuurpunt p6 te steken. Stimuleren van het P6 punt vermindert spiersamentrekkingen in de maag en zorgt er voor dat de onderste slokdarm-kringspier minder verslapt, waardoor de neiging tot braken afneemt.

Paranormalia die het niet haalden en die naar jaren van onderzoek als onzin afgeserveerd kunnen worden zijn Homeopathie (meta-analyse van 110 studies, gepubliceerd in The Lancet op 27 augustus 2005), Wichelroedes (ideomotorisch effect), Astrologie (de neiging van mensen om algemene uitspraken op zichzelf te betrekken), Telepathie (talloze experimenten bevestigen dat het niet bestaat) en Aardstralen (bestaan niet).

Bovenstaande is een samenvatting van het artikel waarbij ik geprobeerd heb me op de essentie te richten. Op een aantal punten is het artikel iets genuanceerder dan mijn samavatting.

Het werkt niet maar het helpt wel

Er is veel onderzoek gedaan dat bewijst dat veel alternatieve geneeswijzen niet helpen. Een centrale vraag wordt dan echter: als er zoveel overtuigend bewijs is dat het overgrote deel van al die alternatieve therapieën niet werkt, hoe komt het dan dat zoveel mensen er zo tevreden over zijn en er zich zo goed bij voelen? Hoe verklaar je dat het niet werkt maar wel helpt?  Dat is inderdaad de hamvraag en er zijn een aantal uiteenlopende verklaringen die elkaar naadloos aanvullen en versterken. Ten eerste is er wat we in de statistiek de ‘regressie naar het gemiddelde’ noemen. Je voelt je heel sIecht en wat later voel je je weer normaal. (Het omgekeerde, van je heel goed voelen terug naar normaal, wordt veel minder onthouden). Volg Je een of andere alternatieve behandeling, dan is het heel gewoon dat je daar in vele gevallen beter van wordt. Dat zou ook zonder dat middel gebeurd zijn. We zien echter gemakkelijk patronen waar er geen zijn. Zo denkt de helft van de mensen die ondervraagd worden over kruiden dat deze geen bijwerkingen hebben, terwijl ze die wel hebben.

Een tweede belangrijke factor is die van de relatie tussen de behandelaar en de patiënt. Vertrouwen, luisteren en aandacht te doen wonderen. In dezelfde lijn ligt de neiging van sociale welwillendheid. Patiënten zeggen graag tegen hun arts dat ze goed geholpen zijn, artsen tegen hun patiënten dat ze goed bezig zijn. Een vierde factor is het placebo-effect. Ondertussen wel bekend van naam, maar veel krachtiger dan de meesten denken, ook op onverwachte manieren. Het werkt bijvoorbeeld ook in de diergeneeskunde, via het baasje. Tot lot is er het niet te verwaarlozen feit dat samen met de alternatieve behandeling er dikwijls ook reguliere geneesmiddelen genomen worden. Die wel werken. In heel wat kruidenmiddeltjes zitten daarenboven bijvoorbeeld werkzame bestanddelen, iIIegaal gekopieerd uit reguliere geneesmiddelen. In ongecontroleerde doseringen en ongehoorde combinaties, met alle gevolgen van dien.

AI die misleidende factoren moeten in een degelijke klinische proef worden uitgesloten. En dan is de conclusie duidelijk. Hoe beter de studies, hoe minder effect men vindt. En zo zie je dat je goede wetenschap nodig hebt om tot betrouwbare kennis te komen en om het kaf van het koren te scheiden. Het is ook heel aannemelijk is dat zoveel dokters in bijvoorbeeld homeopathie geloven, ondanks hun wetenschappelijke opleiding. Ze zijn ooit een jonge arts geweest die van zijn chef leert dat je bij bepaalde symptomen dit of dat homeopa1isch middel voorschrijft. Sommige mensen worden beter en komen later dankbaar bij je terug. De mensen die niet beter werden of die homeopathie maar niks vinden, zie je echter niet meer terug. Als eenzaam praktiserend arts heb je dus, zonder het vogelperspectief van klinische studies, een heel selectieve kijk op de wereld. Je kent alleen de successen. Zo kan het gebeuren dat je steeds sterker gaat geloven in de methode die je gebruikt. En die overtuiging groeit almaar meer. Dat zijn mensen waar je zwaar ruzie mee krijgt als je zegt dat hun middeltjes niet werken. Hun overtuiging is bovendien sterk verankerd in een maatschappelijke positie en een stevig inkomen.

Het placebo-effect is het niet specifieke effect of het verwachtingseffect, een (soms onverwacht) positief effect dat te zien is bij het toedienen van een niet actieve stof op het zelfgenezende vermogen. Het placebo-effect wordt naar men aanneemt veroorzaakt door het vertrouwen, het geloof, de hoop en de verwachting die (onbewust) ontstaan door 1) de behandelaar en 2) het geconsulteerd worden voor een klacht en 3) de daaropvolgende behandeling. Het placebo-effect is een actief bestanddeel van elke therapeutische interactie, vaak zelfs het meest krachtige bestanddeel.

Placebo wordt het meest gebruikt in de betekenis van een positief verwachtingseffect op genezing, maar een negatief verwachtingseffect op genezing kan ook. Hiervoor wordt wel eens de term nocebo gebruikt. Meestal wordt ook een negatief verwachtingseffect een placebo-effect genoemd, omdat het nog steeds om een verwachtingseffect gaat.

Het Forer Effect

Iedereen is geneigd zich onmiddellijk te herkennen in vage en algemene beschrijvingen die men dan ziet als typerend voor de eigen unieke persoonlijkheid. In 1948 voerde Betram Forer, een Amerikaanse psycholoog, een experiment uit met (psychologie) studenten. De studenten werd verteld dat ze deelnamen aan een persoonlijkheidstest waarbij ze na afloop van de test een individuele analyse zouden terugkrijgen. In werkelijkheid kregen alle studenten dezelfde karakterbeschrijving terug die hij had geëxtraheerd uit krantenhoroscopen. De studenten werd ook gevraagd om de karakteromschrijving te beoordelen en ze vonden nagenoeg unaniem dat de analyse hun karakter perfect weergaf (gemiddeld 4.26 op een schaal van 5, een resultaat dat meerdere malen gereproduceerd is).

Enkele voorbeelden van de algemene uitspraken die Forer in zijn beschrijving had opgenomen zijn:

  • U wilt graag dat andere mensen U aardig vinden, maar u bent vaak nogal kritisch ten opzichte van uzelf
  • Hoewel U aan de buitenkant altijd gedisciplineerd en beheerst lijkt, bent U innerlijk vaak heel zorgelijk en onzeker
  • U bent er trots op een onafhankelijke denker te zijn en U aanvaardt de bewering van anderen niet zonder overtuigend bewijs

Het hier beschreven mechanisme wordt vooral door zogenaamde waarzeggers en gedachtelezers gebruikt om mensen het idee te geven dat ze inderdaad paranormale krachten hebben. Ze beginnen een sessie vaak met dergelijke algemene uitspraken en omdat de slachtoffers zich daarin al snel persoonlijk herkennen reageren deze vervolgens door antwoorden te geven die meer gedetailleerde informatie bevatten. Door op deze manier steeds meer informatie uit het slachtoffer zelf te plukken kunnen deze “artiesten” gaandeweg steeds specifiekere uitspraken doen. De techniek staat ook bekend onder de naam “cold reading”.

Point of Inquiry

Point of Inquiry een podcast die geproduceerd wordt door het  Center for Inquiry. De doelstelling van dit instituut is het bevorderen van een seculaire maatschappij gebaseerd op wetenschap, redelijkheid,  vrijheid van meningsuiting en humanitaire waardes. In elke podcast wordt iemand geïnterviewd die daadwerkelijk iets te vertellen heeft op het gebied van wetenschap, religie, politiek of een combinatie daarvan. De presentatoren zijn  Chris Mooney, auteur van The Republican Brain en The Republican War on Science; en neurowetenschapper (en opera zangeres) Indre Viskontas.

Ik heb nu een aantal van deze podcasts beluisterd heb er nog veel te beluisteren maar ben ook van plan ze allemaal te beluisteren.  Volgens mij dus een aanbevelenswaardige podcast.

Neil deGrasse Tyson in Cosmos

De oorspronkelijke Cosmos serie werd door Carl Sagan gemaakt. Recentelijk heeft Neil de Grasse Tyson een nieuwe versie gemaakt. Daarin doet deze enkele uitspraken die ik op dit blog ook wil vermelden.

Over “het hebben van antwoorden”:

“It is OK not to know all the answers. It is better to admit our ignorance, than to believe answers that might be wrong. Pretending to know everything, closes the door to finding out what is really there”.

Over de “Wetenschappelijke Methode”:

Scientific lessons were made possible by following a set of codified rules.

Test ideas by observation or experimentation, build upon those that pass, reject those that prove false, follow the evidence no matter where it leads and never stop asking questions.

Kritisch denken

Kritisch denken is een hoorcollede van Johan Braeckman over het ontwikkelen van heldere ideeën en argumenten.

Helder, kritisch denken is lastiger dan het lijkt. Mensen zijn geneigd om onterechte verbanden te leggen, patronen te herkennen die niet bestaan en toevallige gebeurtenissen als betekenisvol te zien. We hebben moeite om rationeel over waarschijnlijkheid na te denken en vertrouwen meer op anekdotische verhalen dan op wetenschappelijk onderzoek. Johan Braeckman gaat in op de psychologische factoren die het kritisch denken bemoeilijken en verduidelijkt hoe we correcter kunnen leren denken en ons kunnen behoeden voor foute vormen van redeneren.

Over de spreker

Prof. dr. Johan Braeckman doceert filosofie aan de Universiteit Gent en was ‘Socrates hoogleraar’ aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde o.a. Darwins moordbekentenis en, samen met prof. Etienne Vermeersch, De Rivier van Herakleitos. Een eigenzinnige visie op de wijsbegeerte. Eerder verscheen van hem het hoorcollege Darwin en de evolutietheorie.

ISBN/EAN :                       9789085309215
Publicatiedatum :          2010
Bindwijze:                       Audio CD
Auteur:                            Johan Braeckman

Kritisch denken

De ongelovige Thomas heeft een punt

In dit blog heb ik er al vaker melding van gemaakt dat ik lid ben van allerlei sceptische bewegingen (Skepsis, De vereniging tegen de Kwakzalverij) Ook ben ik lid geworden van de Skepsis Groep Amsterdam. Een van de activiteiten die we ondernemen is het lezen en bespreken van boeken.

Een van de boeken is `De ongelovige Thomas heeft een punt (een handleiding voor kritisch denken)’ en is geschreven door Johan Braeckman en Maarten Boudry.

De titel van het boek verwijst naar een verhaal in het nieuwe testament. Het refereert naar de apostel Thomas die niet kon geloven dat Jezus uit de dood was opgestaan tenzij het bewezen werd. Hij ging pas overstag nadat hij met Jezus geconfronteerd werd en de wonden die Jezus toegebracht waren kon zien. Jezus nam hem dat kwalijk en zei ‘Zalig zijn zij die niet zien en toch geloven’. In de kerkliteratuur wordt Thomas min of meer opgevoerd als zijnde een sul. De kern van het boek is er op gericht om aan te tonen dat Thomas eigenlijk nog niet kritisch genoeg was. Uitgaande van de stelling dat buitengewone beweringen om buitengewone bewijzen vragen had Thomas beter vast moeten stellen of hij niet gewoon belazerd werd.

Het boek is opgebouwd uit negen hoofdstukken. `De ondraaglijke lichtgelovigheid van de mens` is een inleidend hoofdstuk dat ingaat op menselijk bijgeloof en toelicht wat scepticisme en kritisch denken eigenlijk inhouden. `De kwetsbaarheid van het brein` legt uit hoe we de werkelijkheid om ons heen waarnemen en hoe de dataverwerking binnen ons brein ons parten kan spelen. `Over samenzweringstheorieën` gaat uiteraard over samenzweringen maar vooral over de manier van denken van mensen die dit soort theorieën aanhangen. Enkele hulpmiddelen worden aangereikt die helpen zulke theorieën te toetsen. `Over hoaxen en cryptiden` gaat over vormen van zelfbedrog. `De trukendoos van het geheugen` behandelt herinneringen. Het hoofdstuk laat o.a. zien hoe valse herinneringen opgewekt kunnen worden en welke consequenties dat kan hebben als therapeuten doordraven. `Zelfbedrog en cognitieve dissonantie` houdt ons een spiegel voor en laat zien hoe we met feiten omgaan die niet in ons wereldbeeld passen.  `Religie en het bovennatuurlijke` gaat over de meer religieuze thema’s zoals bv het leven na de dood maar ook spoken worden kritisch behandeld.  `Wetenschap en pseudowetenschap` gaat dieper in op wetenschapsfilosofie maar laat ook zien dat het soms niet altijd even makkelijk is om te bepalen wat onder wetenschap valt of onder pseudowetenschap. In `Onzin voor gevorderden` wordt het post-modernisme  kritisch doorgelicht en kan men concluderen dat er niet veel van overblijft.

Persoonlijk vind ik dat het boek in een zeer prettige stijl geschreven is. Nadat ik er eenmaal aan begonnen was heb ik het bijna in een keer uitgelezen (aangezien ik een fulltime baan heb bedoel ik hier een paar avonden mee). Het taalgebruik is niet complex en als er `moeilijke` woorden gebruikt worden zijn deze functioneel. Een van de doelstellingen van het boek is om de lezer te helpen om helder en kritisch te leren denken en wat dat betreft is het boek een geslaagd hulpmiddel.

Als ondersteuning voor het boek is er de website, alwaar men multimediale achtergrondinformatie voor elk hoofdstuk kan vinden.

Ook vermeldenswaard is dat men bij de NRC Handelsblad Academie een CD set  kan kopen die het hoorcollege ‘Kritisch Denken’ van Johan Braeckman bevat. Dit hoorcollege is een afspiegeling van het hier besproken boek.

Auteurs:            Johan Braeckman & Maarten Boudry
Titel:                  De ongelovige Thomas heeft een punt (een handleiding voor kritisch denken)
Uitgever:           Houtekiet
Jaar:                   2011 (5de druk in 2012)
ISBN:                  9789089241887