Naast ijzer en staal komen er nog enige andere producten uit deze industrie. Een van de Hoogoven producten is slakgranulaat.
Hoogovenslak of hoogovengranulaat ontstaat bij de productie van ruwijzer in de hoogoven (Blast Furnace). IJzererts, cokes en kalksteen worden bij 1400 °C omgezet in ruwijzer (hot metal) en slak. . Hoogovenslak bestaat voornamelijk uit siliciumoxide, calciumoxide, magnesiumoxide en aluminiumoxide en door zijn lagere dichtheid blijft het op het ruwijzer drijven. De vloeibare slak wordt afgetapt en afgekoeld. Afkoelen kan men laten plaatsvinden door gieten of granuleren. Bij het afkoelen door gieten wordt de vloeibare slak in laagjes in een slakkenbed uitgegoten en dan aan de lucht afgekoeld. Soms wordt na het storten een kleine hoeveelheid water toegevoegd waardoor de afkoeling wordt versneld en er zich krimpscheuren gaan vormen, die het breken vergemakkelijken (schrikken). De gestolde slak wordt vervolgens opgebroken en in een breek-zeefinstallatie gebroken en gezeefd tot de gewenste korrelverdeling. Er ontstaan dan scherp zandachtig materiaal. De gegranuleerde slak wordt hoofdzakelijk gebruikt als toeslagstof bij Portlandcement. Tot 80% van het portlandcement kan vervangen worden door gegranuleerde hoogovenslak en men spreekt dan van hoogovencement.
Onderstaande foto, genomen met mijn DinoLite AM4815ZT Digitale microscoop, laat slakgranulaat zien. Men kan zeer goed de glasachtige structuur en scherpe randen waarnemen. Als men een onbeschermde hand in dit materiaal zou steken zouden de scherpe hoeken de huid ervan afschrapen.