Schaalamoebe – Centropyxis aculeata

Op een NGVM microscopieavond heb ik in een monster fijn bezinksel uit de grindlaag van een aquarium een mooie schaalamoebe gevonden. Het gaat hier om de Centropyxis aculeata.

In tegenstelling tot de welbekende amorfe amoebes bezitten schaalamoebes een schaal waarin ze zich kunnen terugtrekken.  Schaalamoeben vindt men vrijwel overal waar het nat of vochtig is.  Schaalamoeben worden tot de Rhizopoden (wortelpotige) gerekend, een subdomein van de Protozoa.

De amoebe zelf is een beetje protoplasma dat in staat is uitstulpingen te vormen (schijnvoetjes, pseudopodia) waarvan de belangrijkste functie het tasten naar voedsel is, het vervolgens te omsluiten, waarna het voedsel verteerd wordt. In het plasma van elke amoebe vindt men minstens één kern, de nucleus, zichtbaar als een helder blaasje met daarin één of meer donkerder delen. Het plasmalichaam is omsloten door een schaal, de theca, waarin zich bij de meeste soorten één opening (schijnmond, pseudotoom) bevindt waardoor de pseudopodia naar buiten kunnen treden en waardoor het organisme contact heeft met het omringende milieu.

Literatuur:

  • J. Siemensma; “Schaalamoeben”; Natura; Mei 1982; p. 95-105.
  • Heinz Streble, Dieter Krauter; “Das Leben im Wassertropfen”; 12de druk; Kosmos; 2010; ISBN 9783440126349; p. 234, 235.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *