Strandzand

De term zand, zoals de geoloog die gebruikt, heeft uitsluitend betrekking op korreltjes waarvan de afmetingen uiteenlopen van 0.063 tot 2 mm. Grotere brokjes tussen 2 en 64 mm heten grind. Fijner materiaal wordt onderverdeeld in silt (0.05 tot 0.004 mm) en in klei (kleiner dan 0.004 mm).

Zeezand bestaat uit allerlei onregelmatige korreltjes waarvan de oudste door erosie het meest zijn afgerond. Verreweg het leeuwendeel van alle korrels bestaat uit kleurloos, half doorzichtig kwarts. Andere korrels zijn wit, geelachtig en rood tot bruin: veldspaat. Donkerzwarte korrels zijn magnetische ijzeroxide of titaniumijzer. Dat zo veel zanden kwartszanden zijn komt door langdurig en herhaald transport waarbij al het andere, zachtere materiaal is opgeslepen.

Vulkanische, meer recent ontstane zanden bevatten zeer weinig kwarts, maar wel veel korrels olivijn, pyroxeen, ilmeniet en andere materialen. Organische zanden bestaan meestal uit kalkfragmenten van koralen, schelpen en mosdiertjes en komen op koraaleilanden voor.

Het zand van de Hollandse duinen is geelachtig doordat elke korrel met een dun laag ijzeroxide is bedekt. De vorming hiervan is een gevolg van de activiteit van micro-organismen en bacteriën.

Langs sommige delen van de Noord-Hollandse kust en ook op de Waddeneilanden wordt het zand fijn en helderwit: zilverzand. Dit bestaat voor bijna 100 % uit kwarts (SiO2). Het zand op de foto komt van Julianadorp en bestaat bij volledig uit kwarts.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *