Als microscopist maak je regelmatig preparaten en een van de handelingen die wat lastiger uit te voeren is het opleggen van een dekglaasje m.b.v. een pincet. Dekglaasjes zijn dun en glad en daarom lastig vast te pakken. De truc is om een pincet met een platte kop te gebruiken en daarover aan een kant een ventielslangetje te trekken. Op die manier heb je goed grip.
Auteur: 61928037
Dubbelspaat
Calciumcarbonaat (CaCO3), meestal kalk genoemd, is een van die materialen dat zich op verschillende manieren manifesteert. Zeer bekend zijn marmer en schelpen maar in de natuur vindt men het ook vaak als het mineraal calciet (kalkspaat). Normaal gesproken is het kleurloos of wit maar als er kleine verontreinigingen en/of metaaloxides in het materiaal zitten kan het een roodachtige, roze, paarse of bruinachtige kleur krijgen (denk aan de verschillende soorten marmer).
De heldere kristallen hebben nog een speciale eigenschap en dat is dat ze dubbelbreking (Engels: birefringence) vertonen, in die vorm noemt men ze ook wel dubbelspaat (ook wel Engels: Iceland spar}. Het effect dat dubbelbreking heeft kan men op onderstaande foto zien. Men ziet de woorden die op de onderliggende tekst vermeld staan dubbel.
Dubbelbreking is het verschijnsel dat een op een materiaal invallende lichtbundel wordt gesplitst in twee bundels die een verschillend pad volgen, en die verschillende polarisatie hebben. De heldere kalkspaat kristallen waar het hier om gaat werden vroeger in IJsland gevonden en bij splijting krijgt men makkelijk romboëders, kristallen begrensd door zes ruiten (romben). Op de lichtstralen na die door de hoofdrichting van het kristal vallen worden alle andere invallende lichtstralen dubbel gebroken.
Het verschijnsel dat een lichtstraal die door een kalkspaatkristal valt twee gebroken lichtstralen geeft werd door Erasmus Bartholinis in 1669 ontdekt en door Christiaan Huygens gedeeltelijk verklaard. Fresnel was degene die begin 19de eeuw de volledige verklaring gaf.
Badblocks en Raspberry Pi
Of hoe je je Raspberry Pi ook iets anders kunt gebruiken.
Als je zoals ik al jaren speelt met computers dan zal je ook wel de nodige interne en externe hard disks hebben verzameld. In het kader van een van mijn opruimacties wilde ik van meen van mijn oudere WD USB drives af (160 GB). Hij werkt nog perfect maar de capaciteit is eigenlijk te laag (wat soms een beetje raar kinkt voor iemand die op een C64 met een geheugen van 64 kbit begonnen is).
Wat ik het liefste doe met zulke spullen is ze naar de kringloopwinkel brengen. Met oudere PC’s low level formatteer ik eerst de harde schijf en zet er dan Linux op. Als ik me niet zeker voel en er heeft teveel privé informatie op de harde schijf heeft gestaan haal ik deze eruit en demonteer de harde schijf.
Op zich heb ik dit altijd zonde gevonden en met deze externe harde schijf (vroeger als back up gebruikt) besloot ik het iets anders te gaan aanpakken. Als je iets verder wilt gaan op het gebied van veiligheid dan een low-level format dan wil je de dat elke sector een aantal malen beschreven en weer verwijderd is.
In een PC Active (# 280, 2015, p. 96) las ik over het Linux commando/programma <badblocks> en ik bedacht me dat ik dat als oplossing voor bovenstaand probleem kon gebruiken. Het commando <badblocks> is bedoeld om te testen of een harde schijf nog in orde is. Daarvoor schrijft het de gehele harde schijf vol met random data en checksums. Vervolgens wordt de data ingelezen en gecontroleerd via de checksum. Voor en na de operatie wordt ook de S.M.A.R.T. uitgelezen. Deze gegevens laten zien hoe gezond de hard disk is maar nog belangrijker, het zorgt ervoor dat de gehele hard schijf beschreven is en niet alleen maar de bootsectors. De operatie duurt wel een tijdje maar dat heb er wel voor over. In dit geval, voor een 160 GB harde schijf, ongeveer 16 uur.
Het is vooral leuk om de Raspberry Pi hiervoor te gebruiken. Dit was ook weer eens zulk een toepassing waar ik nog niet eerder over nagedacht had. Door de Raspberry Pi te gebruiken is het niet nodig om een laptop of desktop uren achter elkaar te laten draaien. Je hoeft ook niet bang te zijn dat er opeens updates geïnstalleerd worden en de operatie afgebroken. Dat is me wel eens onder Windows gebeurd is terwijl ik een harde schijf sector voor sector liet nalopen, hetgeen meer dan 2 dagen duurde. Met Linux heb je daar geen last van.
De procedure die ik heb gevolgd ging als volgt:
- Start de Raspberry Pi op
- Verbindt de externe harde schijf met een van de USB poorten van de Raspberry Pi.
- Deze wordt herkend, de Filemanager opent automatisch en vraagt of je de disk wilt “mounten”
- Open een Terminal Window
- Type in: lsblk
- Men krijgt nu een overzicht van alle schijven te zien waaronder de USB drive.
In mijn geval: sda - Unmount eerst de harde schijf via de filemanager door op het driekhoekige symbool naast de drive te drukken
- Type in: sudo badblocks –wsv /dev/sda
- De schijf wordt nu gecontroleerd en beschreven.
De parameters –wsv refereren naar destructieve read-write modus (-w) waarbij 4 verschillende patronen over de gehele partitie geschreven worden die vervolgens teruggelezen en geverifieerd worden. De voortgang wordt weergegeven door het uitschrijven van block nummers als deze gecontroleerd worden (-s = show, -v = verbose). Alle data op de partitie worden overschreven op block niveau.
Canadapopulier pluisjes
In juli 2017 hingen er veel pluisjes in de lucht en ik vroeg me af wat dat voor pluisjes waren. Deze zijn afkomstig van de Canadapopulier. Deze hoogopgaande boom met rechte stam en open kruin, wordt in Nederland vaak langs de wegen geplant. De canadapopulier is tweehuizig hetgeen betekent dat er mannelijke en vrouwelijke bomen zijn. De boom bloeit in april en als de vrouwelijke katjes bestoven zijn met stuifmeel blijven ze na bevruchting tot mei/juni hangen. Dan springt de doosvrucht open en komt het zaadje vrij. Het zaadje is omgeven door wollig pluis waardoor het door de wind meegevoerd kan woeden.
Ik was nieuwsgierig naar dat pluis en heb een monster onder de microscoop bekeken. Onderstaande foto’s zijn met gewoon licht, polarisatie en donkerveld belichting genomen. De draadjes in de pluis laten geen bijzondere kenmerken zien.
Ingesloten in euparal.
Euromex ML 2000, Luckyzoom YW500 HD 5MP USB Cmos Camera Electronic Digital Eyepiece, Objectief 10x (Euromex S. Flat Field 10 0.25 – 160 0.17 DIN)
Licht
Polarisatie
Donkerveld
Koude druppel koffie (Cold Drip Coffee)
Iemand zijnde die alleen maar koffie drinkt en geen thee ben ik al snel nieuwsgierig naar hoe de koffie zal smaken als je hem zelf maakt. Ik ben nog niet zover dat ik de bonen zelf brand maar heb wel een Jura Ena Micro 1, waar de bonen vers in gemalen worden. Als je eenmaal de route van versgemalen koffie bent opgegaan ga je nooit meer terug.
IJskoffie is iets wat ik de laatste jaren, vooral in de zomer, ben gaan waarderen. Ik speelde daarom al langer met de gedachte om ook dat zelf te gaan maken. Recentelijk was ik in Den Haag waar ik o.a. de Kali Tengah koffie en thee winkel bezocht heb. Daar zag ik iets dat me nu over de streep gehaald heeft. Voor € 15 heb ik de “Driver ECO Coffee Dripper” gekocht, een “Cold Brew Coffee Maker”. Eenvoudig, goedkoop maar perfect geschikt voor de taak.
Met dit apparaat kan men dus gemakkelijk koffie zetten met ijskoud water. In koud water lossen de chemicaliën (geur- en smaakstoffen, coffeïne, etc.) minder goed (lagere oplosbaarheid) maar door de lage temperatuur ook minder snel op. De manier om dit probleem te omzeilen is door de extractie duur te verlengen hetgeen men bereikt door het water druppel voor druppel op de grofgemalen koffie te laten vallen. Het koffiemaak proces duurt dan ook meerdere uren (5 uur en langer). Het grote voordeel van deze extractie methode is dat deze koffie ook iets minder bitter smaakt en goed te bewaren is in de koelkast.
De Driver ECO Coffee dripper is uiteindelijk eenvoudig van constructie. Het bovenste reservoir vult men met ijs en water (ca. 650 ml). Het middelste met koffie (ca. 40 g). In de onderste kan vangt men de koude koffie op (ca. 450 ml). Met het kraantje onder de bovenste kan stelt men de druppelsnelheid in (ca. 40 – 60 druppels per minuut).
De koude koffie die op deze manier gezet wordt is inderdaad ook puur drinkbaar. We zijn echter nog aan het experimenteren met ijs en smaakstoffen om de beste koude koffie drink ervaring te krijgen.
Slow motion met de smartphone
De Computer Idee #14 (16-30 juni 2015) lezende kwam ik een artikel tegen over in slow motion filmen met de smartphone. Mijn Samsung Galaxy Note 4 (In 2015 draaiende op Android 4.4.4 en nu op 6.1) werd niet vermeld maar ik kon me niet voorstellen dat deze functie niet beschikbaar zou zijn. Met wat zoeken vond ik inderdaad de mogelijkheid om in slow motion op te nemen.
Camera App –> Instellingen (tandwiel) –> … –> Recording mode –> Slow motion x 1/8 –> Videocamera
The filmpje dat ik gemaakt heb is het ontsteken van een gasaansteker. Men kan in het begin een wolkje ontbrandt gas zien wegschieten alvorens de “grote” vlam aan gaat.
Schaalamoebe – Centropyxis aculeata
Op een NGVM microscopieavond heb ik in een monster fijn bezinksel uit de grindlaag van een aquarium een mooie schaalamoebe gevonden. Het gaat hier om de Centropyxis aculeata.
In tegenstelling tot de welbekende amorfe amoebes bezitten schaalamoebes een schaal waarin ze zich kunnen terugtrekken. Schaalamoeben vindt men vrijwel overal waar het nat of vochtig is. Schaalamoeben worden tot de Rhizopoden (wortelpotige) gerekend, een subdomein van de Protozoa.
De amoebe zelf is een beetje protoplasma dat in staat is uitstulpingen te vormen (schijnvoetjes, pseudopodia) waarvan de belangrijkste functie het tasten naar voedsel is, het vervolgens te omsluiten, waarna het voedsel verteerd wordt. In het plasma van elke amoebe vindt men minstens één kern, de nucleus, zichtbaar als een helder blaasje met daarin één of meer donkerder delen. Het plasmalichaam is omsloten door een schaal, de theca, waarin zich bij de meeste soorten één opening (schijnmond, pseudotoom) bevindt waardoor de pseudopodia naar buiten kunnen treden en waardoor het organisme contact heeft met het omringende milieu.
Literatuur:
- J. Siemensma; “Schaalamoeben”; Natura; Mei 1982; p. 95-105.
- Heinz Streble, Dieter Krauter; “Das Leben im Wassertropfen”; 12de druk; Kosmos; 2010; ISBN 9783440126349; p. 234, 235.
Capillaire werking in een waterwig
Als men aan capillaire werking denkt dan is de eerste daaropvolgende gedachte het omhoogkruipen van water in een zeer nauw buisje. Een eenvoudig experiment, dat men vaak in oudere natuurkunde boeken kan terugvinden, demonstreert capillaire werking als functie van de afstand tussen twee glasplaten. Het enige wat men nodig heeft is twee glasplaatje, twee klemmetjes, een stukje hout, een bakje en wat water waar men eventueel wat kleurstof in kan doen. Plaats de klemmetje aan een kant van de glasplaatje, plaats het houtje tussen de glasplaatjes tegenover de klemmetjes en plaats dit geheel in het bakje met water. Zoals men op onderstaande foto kan zien kruipt het water omhoog als de afstand tussen de twee plaatjes kleiner wordt waarbij men in deze opstelling een mooie hyperbolische curve kan waarnemen.
Grammofoonplaat
Soms zie je een foto of schets die ervoor zorgt dat je je onmiddellijk iets gaat afvragen. Recentelijk zag ik in een boek een afbeelding met daarop weergegeven geluidsspoor groeven op een oude vinyl grammofoonplaat en ik vroeg me af of ik die groeven ook op een van mijn eigen microscopen zou kunnen waarnemen. Hoogstwaarschijnlijk wel maar ik was me er niet helemaal zeker van. Ook in mijn jeugd heb ik nooit veel platen in mijn bezit gehad en ben pas een beetje muziek gaan verzamelen bij de opkomst van de CD’s. Veel herinneringen heb ik niet op dit gebied.
Om deze vraag op een betrouwbare manier te kunnen beantwoorden gaat men vervolgens op weg naar de kringloopwinkel en koopt daar voor een schijntje een oude vinyl 45 toeren grammofoonplaat, neemt deze mee naar huis en bekijkt de plaat onder de microscoop. Onder de stereomicroscoop kan men inderdaad de groeven goed waarnemen. Een foto maken is echter wat lastiger. Een USB microscoop met ingebouwde verlichting werkt dan veel beter zoals op onderstaande foto te zien is. De geluidssporen alsmede stofkorrels zijn duidelijk waarneembaar (vergroting 200 x). Ik heb nog eens goed met het blote oog gekeken maar dan zijn deze groeven niet waarneembaar.
Stuifmeel
Als er een object is dat een dankbaar onderwerp is voor microscopisten dan is het stuifmeel. Elke bloemsoort maakt zijn eigen unieke stuifmeelkorrel.
Het stuifmeel bevat de mannelijke geslachtorganen oftewel gameten van een bloem en zit opgeslagen in de helmknop van de meeldraad. Het overbrengen van stuifmeel van de helmknoppen van de ene bloem op de stempel van een bloem die tot dezelfde soort hoort heet bestuiving. In principe zijn er twee mechanismes voor bestuiving nl insectenbestuiving en windbestuiving hetgeen invloed heeft op de vorm van de stuifmeelkorrel. Stuifmeelkorrels die door insecten meegedragen worden bevatten vaak fijne uitsteeksels zodat het stuifmeel makkelijk aan het insect blijft vastkleven. Stuifmeel dat door de wind meegedragen wordt is glad en bevat luchtblaasjes zodat de korrel gemakkelijker door wind gedragen kan worden. Beide soorten zijn te zien op onderstaande foto.