A theory of ghosts

Regelmatig discussies hebbende met en veel lezende over wat mensen die in het alternatieve circuit van homeopathie, accupunctuur, magie, geesten, UFO’s, graancirkels, etc. geloven beweren is er een observatie die men vrij vaak kan maken. Ondanks dat men claimt niet in de wetenschappelijke methodiek te geloven is men nooit te beroerd om wetenschappelijke begrippen te hanteren alhoewel er eigenlijk meer spraak is van misbruik. Bij wat doorvragen blijkt dan namelijk vaak dat men geen idee heeft waar men over praat. Er is geen woord dat meer misbruikt wordt dan het woord `Energie’, maar uit persoonlijke ervaring kan ik vertellen dat zodra ik men gaat doorvragen naar de definitie van Energie men vaak geen antwoord krijgt. Zelfs als men de fysische definitie van energie geeft als zijnde de totale hoeveelheid arbeid die moet worden verricht om een systeem vanaf zijn grondtoestand in zijn huidige situatie te brengen weten veel alternatievelingen niet wat ze daarmee aan moeten en vallen terug in de gebruikelijke tactiek van over iets anders beginnen te praten.

Een ander begrip dat te pas en te onpas gebruikt wordt door dit soort alternatievelingen is het begrip `kwantummechanica’. Wat daarbij dan weer opvalt is dat men wel het woord graag gebruikt maar niet openstaat voor de consequenties oftewel de echte betekenis. Ik moest hier laatst weer aan denken toen ik een oud studieboek van mij oppakte (P.L. Lijnse; Kwantummechanica – Een eenvoudige inleiding; Het Spectrum; 1981; ISBN 9027462143; p. 107) en daar het (humoristische( artikel van D.A. Wright `A Theory of ghosts’ weer eens las. Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in `The Worm Runner’s Digest’ in 1971 maar is vele malen herdrukt o.a. in R.L. Weber’s  `A Randow Walk in Science’ uit 1971.

In dit artikel worden spoken of geesten op een kwantummechanische manier benaderd. Men gaat in eerste instantie uit van de observaties n.l. dat geesten zich door dichte deuren en muren heen kunnen bewegen (0.1 m dik). Een andere observatie schijnt te zijn dat ze zich niet kunnen verplaatsen uit oude gebouwen met zeer dikke muren (ca. 30 cm). Uitgaande van de basisbegrippen uit de golf mechanica (Schrödinger, 1928 en de Broglie met Brillouin, 1928) betekent dit dat de we praten over objecten waarvan de golffunctie afneemt tot ½.7 van de volle amplitude en waarvan de massa bij lage snelheid kleiner moet zijn dan die van een elektron met een factor 10^16 oftewel een massa van ca. 10^-46 kg.

Het moge duidelijk zijn dat een object met zulk een lage massa zeer gemakkelijk versneld kan worden tot zeer hoge snelheden zonder dat daar veel energie voor nodig is. Relativistische effecten (Einstein, 1905) zullen daarom snel een rol gaan spelen als zulk een object in beweging gebracht wordt. Het moge ook duidelijk zijn dat het relatief makkelijk zal zijn om zulk een object te versnellen tot een snelheid die boven de ontsnapping snelheid van het zwaartekrachtveld van de aarde is nl. 10 km/s (Newton, 1687). De energie die daarvoor benodigd is bedraagt slechts 10^-38 J. Een zuchtje wind is daarom meer dan voldoende om een geest op weg te helpen naar een reis door het zonnestelsel en misschien zelfs naar de sterren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *